MindMap Gallery The Practice of Social Research 12th edition (Babbie, 2010)
This is a mind map talking about The Practice of Social Research 12th edition (Babbie, 2010). You can create a mind map like this effortlessly.
Edited at 2020-09-28 11:05:34Halloween has many faces. The theme you envision should influence how you decorate the party space. Jack-o'-lanterns and friendly ghosts are more lighthearted Halloween characters. Zombies, witches, and vampires are much darker. If you want to celebrate all the fun sides of Halloween, then it’s okay to mesh the cute with the frightening. Here is a mind map which lists down the 39 Cutest Couples Halloween Costumes of 2021.
Halloween simply wouldn't be Halloween without the movies that go along with it. There's nothing like a movie night filled with all the greatest chainsaw-wielding, spell-binding, hair-raising flicks to get you in the spooky season spirit. So, break out the stash of extra candy, turn off all the lights, lock every last door, and settle in for the best of the best Halloween movies. Here are the 35 Halloween movies listed on the mind map based on the year of release.
This mind map contains lots of interesting Halloween trivia, great tips for costumes and parties (including food, music, and drinks) and much more. It talks about the perfect Halloween night. Each step has been broken down into smaller steps to understand and plan better. Anybody can understand this Halloween mind map just by looking at it. It gives us full story of what is planned and how it is executed.
Halloween has many faces. The theme you envision should influence how you decorate the party space. Jack-o'-lanterns and friendly ghosts are more lighthearted Halloween characters. Zombies, witches, and vampires are much darker. If you want to celebrate all the fun sides of Halloween, then it’s okay to mesh the cute with the frightening. Here is a mind map which lists down the 39 Cutest Couples Halloween Costumes of 2021.
Halloween simply wouldn't be Halloween without the movies that go along with it. There's nothing like a movie night filled with all the greatest chainsaw-wielding, spell-binding, hair-raising flicks to get you in the spooky season spirit. So, break out the stash of extra candy, turn off all the lights, lock every last door, and settle in for the best of the best Halloween movies. Here are the 35 Halloween movies listed on the mind map based on the year of release.
This mind map contains lots of interesting Halloween trivia, great tips for costumes and parties (including food, music, and drinks) and much more. It talks about the perfect Halloween night. Each step has been broken down into smaller steps to understand and plan better. Anybody can understand this Halloween mind map just by looking at it. It gives us full story of what is planned and how it is executed.
The Practice of Social Research Twelfth (12th) Edition
Part 1 An Introduction to Inquiry
01. Human Inquiry and Science
Het onderzoeksproposal (p. 27)
1. Introductie (Ch. 1)
2. Literatuur bespreking (Ch. 2, 17; Appendix A.
3. Probleembeschrijving en onderzoeksvragen(Ch. 5, 6 en 12)
4. Onderzoeksontwerp (Ch. 4)
a. Dataverzameling (Ch. 4, 8, 9 10 en 11)
b. Sampling (Ch. 7)
c. Ethische kwesties (Ch. 7)
5. Dataanalyse (Ch. 13, 14, 15, 16)
6. Referenties (Ch. 17, Appendix A)
Part 2 The Structuring of Inquiry: Quantative & Qualitative
04. Research Design
Drie doelen van sociaal onderzoek
1. Verkenning
1. De onderzoeker is nieuwsgierig en wil ietsbeter leren begrijpen
2. Verkennen van de mogelijkheden om eenmeer intensiever onderzoek op te zetten
3. Om een methodiek te ontwikkelen dietoegepast kan worden in een vervolgonderzoek
Tekortkomingen
1. Vaak niet representatief
2. Leveren onvoldoende heldere antwoorden op
2. Beschrijvend
vaak gekoppeld aan verklarend onderzoek
3. Verklarend
"nomothetic explanation" (p.94) = onderzoekers zijn geintresseerd in een aantal factoren die een grootdeel van de variaties in gebeurtenissen of situaties verklaren.
1. Er moet een directe oorzaakgevolg relatiezijn tussen twee variabelen
"correlatie"
een empirisch bewezen relatie tussen tweevariabelen
hoeft nog niet te betekenen dat er een causalerelatie is tussen twee variabelen, maar ik weleen criteria.
1. Verandering in de ene variabele heeft invloedop de tweede, geassocieerde variabele
2. specifieke kenmerken van een variabele zijngeassocieerd met kenmerken van een anderevariabele
2. Volgorde in tijd
Er is alleen sprake van een causaal verband als de oorzaak in tijd voor het effect plaatsvindt
3. "Nonspuriousness" (p.95)
Het effect kan niet verklaard worden door eenderde variabele
"spurious relationship"
dit model leent zich voor testen van hypothese,onderbouwt door mate van statistischesignificantie
Nomothetische causaliteit zegt niet...
dat het een complete verklaring betreft (meestal te probabilitisch en incompleet)
dat uitzonderingen een causaal verbandontkrachten
causale verbanden niet waar zijn als ze niet vantoepassing zijn op een groot gedeelte van deonderzochte casussen
Oorzaak
"necessary cause"
een conditie die aanwezig MOET zijn om tot heteffect te leiden
"sufficient cause"
een conditie die, als aanwezig, het gewensteeffect oplevert
"The discovery of a cause that is both necessaryand sufficient is, of course, the most satisfyingoutcome in research" (p.97).
"idiographic explanation" (p.94) = onderzoekerszijn geintresseerd in alle factoren die devariaties in een bepaalde gebeurtenis ofsituatie verklaren
"Units of analysis"
Het 'wie' of 'wat' dat onderzocht wordt
Individuen
Worden vaak gekarakteriseerd als leden van eensociale groep
Beschrijvingen van individuen wordengeaggregeerd en gemanipuleerd om socialegroepen en hun interacties te beschrijven en teverklaren.
Groepen
Organisaties
Sociale interactie
Sociaal artefact/product
Elk product van sociale wezens of hun gedrag
meestal ook de "units of observation"
Levert een beschrijving op van alle elementen en om verschillen tussen deze elemementen teverklaren
Foute redeneringen
"The ecological fallacy" of ecologische valkuil
de aanname dat het geleerde over eenecologische eenheid ook iets zegt over deindividuen die deel uitmaken van deze eenheid
je bestudeerd de ene eenheid, maar trektconclusies over de andere eenheid.
Reductionisme
Het verklaren van een fenomeen met beperkteen/of lageorde concepten
Daarmee wek je de suggestie dat specifiekeeenheden of variabelen meer relevant zijn dananderen.
Factor "tijd" in ontwerp
crosssectional study
momentopname van een sample, doorsnede,bevolking of fenomeen
Probleem is dat de conclusies uit eenmomentopname worden getrokken, maar als doelhebben om causale verbanden over een langereperiode uit te leggen
longitudinal study
ontwerp voor observatie van eenzelfde fenomeenover een langere periode
1. Trend
bestudeerd veranderingen binnen een populatieover een bepaalde periode
2. Cohort
bestudeerd veranderingen binnen eensubpopulatie over een bepaalde periode
3. Panel
bestudeerd veranderingen binnen dezelfde groeppersonen over een bepaalde periode
"Panel attrition" = als respondenten uit eersteonderzoek niet meedoen aan tweede onderzoek.
data wordt verzameld op meerderetijdsmomenten
Vaak tijdrovend en kostbaar, maar met duidelijkevoordelen
"Traditional Image of Research Design" (p.114)
Begin met het afvragen van...
1. Je interesse
2. Je mogelijkheden
3. Beschikbare middelen
Onderzoeksproposal (p.119120)
basiselementen
1. Probleem en doelstelling
2. Literatuur bespreking
3. Onderzoeksobjecten
4. Onderzoeksinstrument
Wat zijn de kernvariabelen
Hoe ga je die omschrijven en meten?
5. Dataverzameling methoden
6. Dataanalyse
7. Planning
8. Budget
"If you're going to invest your time and energyin such a project, you should do what you canto insure a return on that investment" (p.120)
06. Indexes, Scales, andTypologies
"composite measures of variables"
Deze samenvatting isuit het Engels en betrefteen onderwerp dat nogniet volledig wordtbegrepen. Dit gedeeltevan de mindmap duskritisch benaderen,controleren encorrigeren/aanvullen.
Vaak gebruikt in kwantitatief onderzoek
1. Onderzoekers willen vaak variabelenbestuderen die geen eenduidige ofondubbelzinnige enkele indicatorenkennen.
Vaak ook moeilijk bij complexere zaken, waaronderzoekers geen enkele indicatoren kunnenontwikkelen zonder eerst het onderzoek gedaante hebben.
Elke van deze indicatoren is waarschijnlijk nietvalide of betrouwbaar voor vele deelnemers aanhet onderzoek
Dit kan voorkomen worden door eensamengesteld meetinstrument
2. Onderzoekers willen misschien een ordeningaanmaken in verschillende categorien
3. Indexen en schalen zijn efficienteinstrumenten voor dataanalyse
door meerdere dataitems te mee te nemen in deanalyse ontstaat een meer omvattende enkloppende indicatie
je moet je wel realiseren dat indicatoren vaakonafhankelijk van elkaar kunnen zijn.
Index
Een type samengesteld meetinstrument datspecifieke observaties samenvat en in eenbepaalde volgorde van grootte of belangplaatst en een representatie is van eenalgemenere dimensie.
Maar niet alle indicatoren van een variabele zijneven belangrijk of tellen even zwaar mee, ditwordt in een index niet meegenomen.
Schaal
Een type samengesteld meetinstrument diebestaat uit meerdere items met een logische ofempirisch onderbouwde structuur.
Er is meer vertrouwen op het bereiken vanordinaliteit omdat de intensiteit van deindicatoren van de variabele wordenmeegenomen.
Een schaal is een verzameling items waarbij deantwoorden iets zeggen over eenconstruct/idee/concept > deze items staan ineen bepaalde volgorde
Als respons respondent bij vraag 1 die scoreheeft, dan zou je er van uit moeten kunnen gaandat deze (relatieve) score ook bij andere vragenin die schaal voorkomt.
"Recall at this point that one of the chieffunctions of scaling is efficient data reduction.Scales provide a technique for presenting datain a summary form while maintaining as muchof the original information as possible" (p.182).
Overeenkomsten index schaal
Wij maken niet het onderscheid tussen index enschaal, noemen het schaal
ordinale metingen van variabelen
"Bij een ordinale schaal is de volgorde duidelijk, maarzijn de verschillen niet interpreteerbaar: 'zeer mee eens'ligt niet noodzakelijk net zo ver boven 'mee eens' alsdat 'mee eens' boven 'neutraal' ligt"
composite measures of variables = metingengebaseerd op meer dan een dataitem
Constructie van index
1. Selecteren van de items
selecteren van de items voor de samengesteldeindex die je ontwikkeld om een variabele temeten
Criteria
a. "Face validity"
logische validiteit
ieder item dat gemeten wordt heeft ookdaadwerkelijk met de variabele te maken
b. Eendimensionaliteit
een samengesteld meetinstrumentrepresenteert een dimensie van een concept
Je gaat niet naar het geloof vragen als je depolitieke voorkeur aan het meten bent.
c. Generiek of specifiek?
keuze maken, hangt af van hoe specifiek ofgeneriek de variabele is.
d. Variatie
dekken de items in het meetinstrument hetspectrum van de variabele, is hetevenredig verdeeld?
2. Bestuderen van de empirische relaties
als er een empirische relatie bestaat tussenmeerdere items, dan selecteer je deze itemsvoor je dataanalyse
een empirische relatie ontstaat wanneer deantwoorden van respondenten op een item onshelpt te voorspellen wat ze zoudenantwoorden op een ander item
als twee items empirisch gerelateerd zijn dankan je argumenteren dat ze de zelfde variabelevertegenwoordigen
Twee mogelijke relaties tussen items
a. "Bivariate relationships"
Een relatie tussen twee variabelen
Als bijv. uitkomsten van twee items eenbepaalde mate dezelfde variabelevertegenwoordigen
is dat niet het geval, gooi dan een van de itemsweg
als er een perfecte relatie is, dan hoeft er maareen van de items opgenomen te worden.
let op of de items het "effect" van de variabelemeten of de "oorzaak" van de variabele
het kan zijn dat deze items gerelateerd zijn,maar ook het tegendeel is dan mogelijk
b. "Multivariate relationships"
Relaties tussen meerdere items om een variabelete meten
Hoe wordt een relatie tussen twee itemsbeinvloedt door de aanwezigheid van een anderitem
crosstabulations in SPSS
3. Toekennen van scores aan de index
Nadat je beste items hebt geselecteerd, ga je deantwoordmogelijkheden 'scoren', gewicht enverdeling, toekennen.
a. Wat is de gewenste reikwijdte van de indexscores?
reikwijdte tussen twee mogelijke tegenpolen inhet antwoord
Wanneer levert een bepaalde indeling van eenschaal geen relevante informatie meer op?
compromis tussen een zo groot mogelijkerijkwijdte, maar je wil de verkegen data wel zoinschalen dat je er verder mee kunt werken
b. Welk gewicht geef je een score mee: ieder itemgelijk of toch verschillend?
4. Omgaan met ontbrekende data
Bijna in ieder onderzoek slagen respondentener in om een aantal vragen niet tebeantwoorden
erg lastig als je een index bouwt.
Oplossingen
a. Als er heel weinig items waar gegevensontbreken kun je er voor kiezen om deze itemsuit te sluiten
is het aantal respondenten dat overblijftvoldoende?
blijft het geheel representatief voor verdereanalyse
echter, als je deze elementen er in laat kan hethet karakter van de bevindingen verstoren
b. Soms kan een item met ontbrekende data alseen antwoordmogelijkheid worden gezien
c. Als je de ontbrekende data goed analyseertkun je het soms beschouwen als eeninterpretatie van een mening
5. Index validatie
We nemen aan dat de index een kloppendmeetinstrument van de variabele is
de scores op de index zetten de items op dejuiste volgorde in de termen van de variabele.
a. itemanalyse
inschatting of elk van de items die zijnopgenomen in de samengestelde meting eenonafhankelijke bijdrage levert, of niets andersdoet dan het kopieren van andere items in hetmeetinstrument
Dat kun je berekenen
als een item nauwelijks relaties heeft met deindex, dan mag je er van uitgaan, dat de andereitems dit item uitsluiten > item verwijderen
als een item geen relatie heeft > uitsluiten
b. externe validatie
het proces van het testen van de validiteit vaneen meting zoals een index of een schaal, doorhet bestuderen van de relaties tussen andereindicatoren van dezelfde variabele.
correlatie
de mate van volgorde van groepenrespondenten op de index zou de mate vanvolgorde van deze groepen moeten voorspellenbij het beantwoorden van andere items
c. 'bad index vs bad validators'
als er bij interne item analyse inconsistenterelaties tussen items en de index bestaat, danklopt er iets niet met de index
als de index er niet in slaagt goed de externevaliditeit van items te voorspellen dan zijn ertwee mogelijkheden:
1. de index meet onvoldoende de betreffendevariabele
2. de items meten onvoldoende de variabele enleveren daarom geen goede test op van deindex
bestudeer eerst de index voor dat je beslist welkeitems onvoldoende opleveren.
Constructie van een schaal
1. Bogardus Social Distance Scale
een meettechniek om de bereidheid van mensente bepalen om te participeren in sociale relaties(of bepaalde gradaties in nabijheid) met anderemensen.
efficiente techniek om op basis van keuzedeelnemer aan te nemen dat ookonderliggende keuzes door deze deelnemerzouden worden gemaakt
richt zich wel op de meerderheid
'reverse social distance scale'
daarmee kijk je naar de sociale afstanden vanuithet perspectief van de minderheidsgroep
2. Thurstone Scales
een type van samengestelde meting opgebouwdin samenhang met het 'gewicht' die deelnemerstoewijzen aan verschillende indicatoren vanvariabelen.
Wordt niet vaak gebruikt in onderzoek
De kwaliteit van de mening van deelnemershangt af van hun kennis en ervaringen, om eengoed oordeel te kunnen geven zouden dedeelnemers zelf onderzoekers moeten zijn
De betekenis die de items die richting eenvariabele wijzen heeft verandert gedurende detijd
3. Likert Scaling
een type van samengestelde meting in eenpoging om de verschillende meetniveaus insociaal onderzoek te verbeteren door het gebruikvan gestandaardiseerde antwoordcategorieen invragenlijsten, om daarmee te determineren watde relatieve intensiteit is tussen verschillendeitems.
wij herkennen Likertschalen aanantwoordmogelijkheden als 'sterk mee eens mee eens oneens sterk oneens
Een echte Likertschaal berekent ook degemiddelde index score voor die respondentendie het eens zijn met elk van de stellingen
New node
4. Semantic Differential
een format voor een vragenlijst waar derespondent gevraagd wordt om te kiezentussen twee extremen door het gebruiken vanindicatoren die als een brug de tweeextremen met elkaar verbinden
5. Guttman Scaling
een type samengestelde meetinstrument diegebruikt wordt om discrete observaties samente vatten en een meer algemenere variabele terepresenteren.
sommige items zijn 'hardere' indicatoren dan'zachtere' indicatoren van een variabele.
gebaseerd op het idee dat iemand die een'harde' indicator van een variabele aangeeft, ookde 'zachte' indicatoren zou opgeven.
de mate waarin een set empirische reacties eenGuttman schaal vormen wordt bepaald door denauwkeurigheid waarmee de orginele reactiesgereconstrueerd kunnen worden van deschaalscores.
percentage van correcte voorspellingen =coefficient van reproducibility = hetpercentage dat kan wordengereproduceerd door het weten van deschaal scores die gebruikt zijn om zesamen te vatten.
coefficients van 90 of 95% zijn standaard
Een hoge graad van reproduceerbaarheid geeftnog niet de zekerheid dat de schaal die jeconstrueert ook het feitelijke concept meet datje zou willen meten, je hebt echter wel hetvertrouwen dat alle items het zelfde conceptmeten.
Typologies
Classificering van observaties op basis vanhun kenmerken van twee of meer variabelen
09. Survey Research
Surveys zijn geschikt voor:
beschrijvende, verklarende en verkennendedoeleinden
individuen zijn analyseeenheden
in ieder geval is de respondent een individu
geschikt voor het verkrijgen van data om eengroep te beschrijven die te groot is om teobserveren
zeer geschikt om meningen en houdingenbinnen een grote populatie te meten
poll's
Sterke punten
1. Handig om de karakteristieken van eengrote populatie te beschrijven
2. Door vragenlijsten is het mogelijk omgrote samples te maken
3. Surveys zijn flexibel in de zin datje veel vragen kunt stellen over eenonderwerp > geeft je flexibiliteit indataanalyse
4. Mate van betrouwbaarheid in de zindat je iedereen de zelfde vragen stelten dat je dezelfde waarde geeft aandeelantwoorden van de respondenten.
Zwakke punten
1. Standaardisatie leidt tot beperkingen
"By designing questions that will be at least minimallyappropriate to all respondents, you may miss what is mostappropriate to many respondents" (p. 287)
2. Kan moeilijk omgaan met de context van het sociale leven
3. Surveys zijn niet flexibel in de zin dat ze in de periodevan afname onveranderd moeten blijven.
4. Kunstmatig verkrijgen van antwoorden
Ze meten niet sociale actie, maar verzamelen selfreportsvan de teruggehaalde acties of hypothetische situaties >altijd de perceptie van de respondent bij benadering
"Survey research is generally weak on validity and strongonnreliability" (p .288)
Vragenlijsten
specifiek ontworpen om informatie te verkrijgendie nuttig is voor de analyse
bestaan vaak uit vragen en stellingen: geeft jemeer flexibiliteit in het ontwerp en maakt devragenlijst interessanter.
moeten zo ontworpen zijn dat de respondentexact weet wat de onderzoeker vraagt
Vraag o.a. een ding, waar ook maar eenantwoord op gegeven kan worden: 'doublebarreledquestions'.
zijn de respondenten in staat om een goed, betekenisvol antwoord op de vraag tegeven?
Respondenten moeten wel antwoord 'willen'geven > anonimiteit kan helpen
Vragen moeten relevant zijn voor derespondenten
In situaties waar de respondenten iets nietweten, geen mening hebben of er neutraaltegen over staan, hebben we idealiter dat ze dataangeven, vaak is dat niet het geval.
Korte en duidelijke items
Ga er vanuit dat respondenten items snel zullenlezen en snel antwoord zullen geven
Duidelijke, korte items die nietonjuist geïnterpreteerd kunnenworden
Voorkom negatieve woorden
Voorkom bias en sociaal wenselijke antwoorden
De betekenis van een antwoord van eenrespondent hangt af van de vraagstelling.
sommige vraagstellingen lokken specifiekeantwoorden uit.
bias
de kwaliteit van het meetinstrument dat neigt teresulteren in de misinterpretatie van wat wordtgemeten in een bepaalde richting > eenvooringenomen positie
soms is het biaseffect moeilijk te voorspellen >zit ook in de bewoording.
ook een term kan een specifieke reactieuitlokken > voorkom termen
sociaal wenselijke antwoorden
Open vragen
de respondent vult zelf het antwoord in
kan dus ook een antwoord zijn waar deonderzoeker niets aan heeft
antwoorden moeten gecodeerd worden voorcomputeranalyse
de onderzoeker moet hiervoor de antwoordeninterpreteren > risico voor misverstanden enbias
Gesloten vragen
de respondent selecteert antwoordmogelijkheiduit een door de onderzoeker opgestelde lijst
1. Deze lijst moet alle antwoordmogelijkhedenbevatten
2. De antwoordmogelijkheden moeten elkaaruitsluiten: de respondent voelt zich nietverpicht om meer dan een optie te kiezen.
leidt tot betere uniformiteit van antwoorden enis beter voor computeranalyse
Ontwikkelen van vragenlijsten
Algemene format voor vragenlijst
Duidelijke layout en overzichtelijk
Er mogen geen vragen gemist worden
Ga niet 'proppen' als je denkt dat eenvragenlijst te lang wordt.
Niet meerdere vragen op een regel of gebruikmaken van afkortingen
Formats voor respondenten
Contingency questions
Sommige vragen zijn relevant voor de ene maarniet voor de andere.
Een vraag gericht op enkele respondentenafhankelijk van het antwoord op eerdere vragen
Sommige contingency vragen kunnen ookgesteld worden als een enkele vraag
keuze hangt of groep respondenten het alsprettig zou ervaren om die vraag zo tebeantwoorden
Gebruik heldere instructies > navigeren door devragenlijst moet helder zijn
Matrixvragen
Bij vragen die dezelfde antwoordcategorieengebruiken
Voordelen
1. Efficient ruimte gebruik
2. Respondenten ervaren het als 'snel invullen'
3. Kan het vergelijken van antwoorden doorrespondenten en de onderzoeker versterken
Nadelen
1. Je gaat de antwoordmogelijkeden zoformuleren dat ze in de matrix passen, terwijl jemisschien beter gedient bij ander typeantwoorden
2. Je creëert een 'antwoordhouding' bijrespondenten: snel lezen, overal hetzelfdeinvullen als je denkt dat het allemaal hetzelfdeonderwerp betekent.
kan je voorkomen door afwisseling vanorientaties van antwoordmogelijkheden
Volgorde van vragen
de volgorde heeft effect op de antwoorden
dit effect is echter niet uniform
de vragen willekeurig maken heeft geen effect
1. de respondenten ervaren de vragenlijst alschaotisch en waardeloos
2. moeilijk om te beantwoorden, je moet steedsschakelen
3. ook bij een willekeurige vragenlijst heb je heteffect van de ene vraag op de andere, maar nukun je het niet beinvloeden
je kan wel een inschatting maken van het effectom zo de resultaten betekenisvol teinterpreteren
meerdere vragenlijsten met een verschillendevolgorde is een optie
de gewenste volgorde
zelfafgenomen vragenlijsten
begin met de meest interessante items
de eerste items moeten niet bedreigend zijn
demografische data aan het einde > saai > wil jeniet aan het begin
interview vragenlijst
eerst de 'saaie, demografische data' > makkelijkte beantwoorden > krijg je een band met jerespondent
Instructies
duidelijke instructies
vooral bij verschillende vraagtypes ofantwoordmogelijkheden
korte introducties
helpt de respondent bij het betekenisvol makenvan de vragenlijst
zorgt ervoor dat de vragenlijst minder chaotischaanvoelt
zorgt voor de juiste mindset voor hetbeantwoorden van de vragen
Pretest
Laat een groep mensen de vragenlijst invullen,zo komen fouten naar boven, eerder dandoornemen van de vragenlijst
'cognitive interviewing'
het verzamelen van meningen over devragenlijsten van de respondenten zelf
Typen vragenlijsten
1. Vragenlijsten om zelf in te vullen
als onderzoekers de vragenlijsten zelf uitdelenen/of ophalen is de kans dat de vragenlijstcompleet wordt ingevuld groter
houdt bij wanneer je de vragenlijsten terugkrijgt
codeer ze
bijv. ingevuld deels ingevuld niet ingevuld
hoe verloopt het proces?
tijdens periode invullen vragenlijst kan er ietsgebeuren dat het proces kan beinvloeden
response rate
het aantal mensen dat de vragenlijsten heeftingevuld gedeeld door het aantal mensen in desample (%)
completion rate / return rate
nonresponse bias is een probleem
is de groep die de vragenlijst heeft ingevuld een juiste afspiegeling van de totale populatie?
Vaak geschikt voor gevoelige onderwerpenwaar anonimiteit van vragenlijst eenvoordeel is > mensen eerder geneigdeerlijk te antwoorden
2. Vragenlijsten afgenomen door interviewers
voordelen
1. Hogere response rate
neemt echter wel af (met name deurtotdeurinterviews en telefonische interviews)
2. Minder antwoorden als 'weet ik niet' of 'geenantwoord'
4. Tegelijkertijd observeren van respondentenen vragen stellen > vragen aanpassen aansituatie
3. Interviewer kan vraag extra toelichten,daardoor grotere kans op een relevantantwoord
De interviewer moet een neutraal medium zijnwaardoor vragen en antwoorden uitgezondenworden.
bias interviewer speelt altijd een rol
Handvatten voor afnemen interviews
1. Verschijning en houding
je verschijning of de impressie van jeverschijning beinvloedt de vooringenomenheidvan de respondenten of de bereidheid om meete doen
Wees oprecht geintresseerd en wees bewustvan de tijdsinvestering van de respondent
2. Sta boven de stof
a. Ken de vragen uit je hoofd en spreek zenatuurlijk uit
b. Pas de vragen aan aan de context van derespondent, als dat noodzakelijk is: begrijp hoede respondent de vraag zou moeteninterpreteren in zijn situatie
3. Volg de exacte bewoording van de vragen
een interventie door de interviewer (hoe logischook) maakt de kans groter dat de databeinvloedt wordt
4. Transcribeer de antwoorden exact
belangrijk omdat je in het begin nog niet weethoe je de antwoorden gaat coderen
je kan in de marges wel iets zeggen over decontext van het gezegde...
5. Doorvragen
probe
een verzoek om bij een incompleet antwoordeen uitweiding van het antwoord te krijgen
de 'probe'vragen zijn neutraal
6. Coordinatie en controle
Zeker als er meer dan een interviewer betrokkenis
trainen
supervisie
het gedrag van interviewers verandert gedurendede periode van afnemen van meerdere interviews
zorg voor specificaties die uitleggen hoe jeomgaat met lastige of verwarrende situatiestijdens het afnemen van het interview
7. Ethiek
Vertrouwelijkheid van informatie
De mogelijkheid van psychische schade bij derespondenten
Minder geschikt voor gevoeligeonderwerpen, beter voor complexereonderwerpen
3. Vragenlijsten afgenomen via de telefoon
random digit dialing
invloed van mobiele telefoon
de afstand zorgt er voor dat respondenteneerlijker antwoorden, eerder geneigd zijn omniet sociaal wenselijk te antwoorden
4. Online vragenlijsten
nieuwste trend
vraagstuk van representiviteit: zijn de mensendie benadert worden via het web eenrepresentatieve steekproef van de gehelepopulatie?
Niet iedereen kan worden bereikt via internet(wordt natuurlijk steeds minder) of voelt zichcomfortabel om online een vragenlijst in tevoeren.
Do's en don'ts voor het afnemen van onlinesurveys (pp 284285)
Online surveys hebben ongeveer dezelfderesponse rates vergelijkbaar met die vanvragenlijsten per post
Secondary analysis
Een vorm van onderzoek waarbij de data die verzameld is dooreen andere onderzoeker nog een keer geanalyseerd wordt dooreen andere onderzoeker voor andere doeleinden
Voordelen
1. Goedkoper en sneller
2. Voordeel van werk top professionals(afhankelijk van de persoon)
3. Versterkt mogelijkheid voormetaanalyse
Nadelen
Is de vragenlijst of de antwoordenvalide genoeg voor het onderzoek dat jijdoet?
Part 3 Modes of Observation: Quantitavive and Qualitative
10. Qualitative Field Research
Veldwerk
kwalitatieve data = observaties die niet zomakkelijk terug kunnen worden gebracht naarcijfers
Veldwerk niet alleen dataverzameling activiteit,maar ook theoriecreerende activiteit
met name geschikt voor onderzoek naarattitudes en gedragingen die het beste kunnenworden begrepen in hun natuurlijke context
experimenten en surveys zijn toch watkunstmatig
Geschikt voor veldwerk:
1. Praktijken
2. Episodes
3. Ontmoetingen
4. Rollen en sociale typen
5. Sociale en persoonlijke relaties
6. Groepjes en subgroepen
7. Organisaties
8. Nederzettingen en leefomgevingen (habitat)
9. Sociale werelden
10. Subculturen en leefstijlen
directe observaties leveren subtiele data op die misschien onverwacht waren of op een anderemanier niet konden worden verzameld
niet verwarren met journalistiek
een interview is voor een onderzoek data dieverder geanalyseerd moet worden om dewerkelijkheid beter te begrijpen
De rollen van de observant
'field researchers' hoeven niet altijd deel tenemen aan de activiteit dat onderzocht wordt,hoewel ze het meestal wel gelijk onderzoekenals de activiteit plaatsvindt.
continuum complete participant completeobservant
participeren
laat je zien als deelnemer, niet als onderzoeker
ethische kwestie
als andere deelnemers niet weten dat jijonderzoeker bent, dan wordtaangenomen dat de data meer valideen betrouwbaar is
als deelnemers wel weten dat je onderzoekerbent:
reactiviteit = het probleem dat de deelnemersin het sociale onderzoek reageren op het feitdat ze worden onderzocht, en als gevolgdaarvan hun gedrag aanpassen
1. Ze kunnen de onderzoeker 'naar huis' sturen
2. Ze passen hun manier van praten en gedragaan om sociaal wenselijk over te komen dan zenormaliter zouden doen
3. Het sociale proces kan aangepast worden
Alles wat je doet of niet doet als deelnemendeobservant zal een effect hebben op wat eronderzocht wordt
observeren
alleen observeren, niet deelnemen
ontwikkel je wel een volledig begrip van wat eronderzocht wordt?
je kan ook afwisselen in de tijd die je besteed inde setting die wordt onderzocht
je kan ook je aandacht focussen op eenbeperkt aspect, en je rol hier op aanpassen
verschillende situaties vragen uiteindelijkverschillende rollen van de onderzoeker
in het nemen van beslissingen laat je je leidendoor zowel methodologische en ethischeoverwegingen
Relaties met je onderzoeksobjecten
objectiviteit
'etic perspective'
onderdompeling
'selective competence'
'insider knowledge, skill, or understanding'
(gedeeltelijk) adopteren van de 'beliefs' vande onderzoeksobjecten
'symbolic realism'
de noodzaak voor sociale onderzoekers om de'beliefs' die zij onderzoeken als objecten waarje respect voor moet hebben, anders danobjecten die je belachelijk vindt.
je verliest de mogelijkheid om het fenomeen tezien en te begrijpen via referentiekaders dieniet beschikbaar zijn voor jeonderzoeksobjecten
'emic perspective'
ook als je de relatie met je onderzoeksobjecten niet comfortabel vindt, is het het waard omdoor te gaan met bijv. een interview. Door jezelf te dwingen om uit te zoeken waar datgevoel vandaan komt, leer je misschien welmeer over je onderzoeksobjecten, dan als je jehad beperkt tot de 'makkelijke'onderzoeksobjecten
Paradigma's
Naturalisme
een veldwerk benadering gebaseerd op deaanname dat er een objectieve sociale realiteitbestaat en dat je deze accuraat kuntobserveren en rapporteren
"Chigago School"
etnography
een studie met de focus op een gedetailleerdeand kloppende beschrijving, in plaats van opde verklaring
Ethnomethodologie
Een benadering van het onderzoeken van hetsociale leven met een focus op de ontdekkingvan impliciete, niet uitgesproken aannamesen overeenstemmingen
het gaat om de onderliggende partronen ininteracties die ons dagelijks leven reguleren
"People describe their world not 'as it is' but'as they make sense of it'" (p.306)
onderzoekers kunnen er niet op vertrouwendat beschrijvingen van de werkelijkheid dooranderen accuraat zijn.
Grounded theory
het vormen van theorieen door het continuvergelijken en analyseren van patronen,thema's en categorieen in de geobserveerdedata
combinatie van naturalistische benadering eneen onderzoeksmatige systematische aanpak
Strauss & Corbin (1998, pp 4346)
1. Denk vergelijkend, voorkom bias
2. Verkrijg meerdere stand en gezichtspunten
bijv. door verschillende observatietechnieken
3. Doe periodiek een stapje terug
4. Behoud je skeptische houding
5. Volg de onderzoeksprocedures
systematisch coderen tbv validiteit enbetrouwbaarheid in de dataanalyse
"...grounded theorists are quite open to theuse of qualitative studies in conjunction withquantitative ones" (p.308)
Case studies
een indepth onderzoek van een enkelverschijnsel van een sociaal fenomeen
beschrijvend
verklarende inzichten
ideografische inzichten
de basis voor de ontwikkeling van generieketheorieen
extended case method
techniek waar case study observatiesgebruikt worden om fouten te ontdekken intheorieen en om bestaande theorieen teverbeteren.
je probeert uit te schrijven wat je denkt te gaanvinden in de case study voordat je deze casestudy gaat doen.
nadeel = beperkte generaliseerbaarheid
op te lossen door comparative case study
Institutionele ethnography
persoonlijke ervaringen van individuen wordengebruikt om relaties en andere karakteristiekente ontdekken binnen instituten waar dezeindividuen opereren
de subjecten zelf zijn niet de focus van hetonderzoek
Dorothy Smith
"This approach links the 'microlevel' ofeveryday personal experiences with themacrolevel of institutions" (p.312)
Participatory Action Research (PAR))
een benadering waarin je de mensen die jeonderzoekt controle geeft over het doel en deprocedure van het onderzoek
als een tegenactie tegen het implicietestandpunt dat de onderzoeker superieur is tenopzichte van wie hij/zij onderzoekt
als tegenhanger voor het 'elitaire model' vantraditioneel onderzoek
onderzoek niet alleen tbv kennisproductie maarook als een tool voor het onderwijzen enontwikkelen van bewustzijn als het mobiliserenvan actie
"Once people see themselves as researchers,they automatically regain power overknowledge" (p.313)
emancipatory research
onderzoek gericht op het verbeteren van desituatie van de minderheden groep die wordtonderzocht
uitdaging
"Do I take the 'passenger' position on the busor do I take the 'driver' seat and be a littlemore provovative to energise the session?My view at this moment is to judge it on theday"
Uitvoeren kwalitatief veldonderzoek
Rapport
Een open en vertrouwelijke relatie, zeerbelangrijk in kwalitatief onderzoektussen onderzoekers en de personen dieworden onderzocht.
Kwalitatief interviewen
Ontwerp = flexibel, iteratief, continu
Interactie tussen interviewer enrespondent waar de interviewer eenleidraad heeft van thema's die besprokenmoeten worden ipv een vastgesteldevragenlijst.
"... the interviewer as a "miner" or asa "traveler". (p.320)
"Be more interested than interesting".(p.320)
Maar wees ook geen totale passieveontvanger.
Onderzoekers moeten niet vergeten dat zegeen normaal gesprek voeren.
Interviewproces (Kvale, 1996)
1. Thematisering: maak doel van interviews en de teverkennen concepten concreet.
2. Ontwerpen
3. Interviewing
4. Transcriberen
5. Analyseren
7. Rapporteren
6. Controleren
Focus groepen
Een groep van subjecten die samen geïnterviewd worden, eendiscussie uitlokkend.
Voordelen
1. De techniek is een sociaal georiënteerdeonderzoeksmethode die reallife data vastlegd in een socialeomgeving.
2. Flexibelheid
3. Hoge validiteit
4. Snelle resultaten
5. Lage kosten
Nadelen
1. Bij een focus groep heeft de onderzoeker minder controle
2. Data is lastig te analyseren
3. Moderatoren vereisen extra vaardigheden
4. Verschillen tussen groepen kan lastig zijn
5. Groepen zijn lastig samen te stellen
6. De discussie moet uitgevoerd worden in een geslotenomgeving
Opnames van observatie
In je aantekeningen zowel empirische observaties als jeinterpretaties van deze observaties opnemen.
"...record what you 'know' has happened and what you 'think'has happened". (p. 324)
Bereid je dermate voor zodat er ook ruimte ontstaat om hetonverwachte te observeren
"Don't trust your memory any more than you have to, it'suntrustworthy".
Fasen
1. Schets notities
2. Herschrijven notities met meer details
3. Beschrijf alles!
Sterkte punten kwalitatief veldonderzoek
1. Voor het onderzoeken van subtiele nuances in houdingen engedragingen en om processen over een langere tijd debestuderen
2. Flexibiliteit
3. Relatief goedkoop
4. Validiteit
Zwakke punten kwalitatief veldonderzoek
Het is niet kwantitatief: het is dus niet de manier om iets
statistisch te kunnen zeggen over een grote populatie
2. Betrouwbaarheid
Observaties zijn heel persoonlijk
Part 4 Analysis of Data: Quantitative and Qualitative
13. Qualitative Data Analysis (tot p. 406)
kwalitatieve analyse
de niet cijfermatige bestudering en interpretatievan observaties met als doel het ontdekkenvan onderliggende betekenissen en patronenin relaties
ontdekken van patronen
Lofland et al (2006): 6 verschillende manieren omnaar patronen te kijken tijdens onderzoek
1. Frequenties
2. Magnitude/sterkte
3. Structuren
4. Processen
5. Oorzaken
6. Consequenties
crosscase analyse
een analyse dat het bestuderen van meer daneen casus inhoud
variableoriented analysis
een analyse dat een specifeke variabelebeschrijft of verklaart
nomothetische verklaring
caseoriented analysis
een analyse met als doel het streven naar hetbegrijpen van een specifieke casus ofmeerdere cases door goed te kijken naar dedetails van elke casus.
ideografische beschrijving
grounded theory method (GTM)
een inductieve benadering waar theorieenalleen ontstaan door het bestuderen van datain plaats van deductief verkregen
Glaser & Strauss (1967)
constant comparative method
1. Vergelijken van incidenten die vantoepassing zijn in elke categorie
2. Integreren van categorieen en hunkenmerken
3. Afbakenen van de theorie
4. Het schrijven van de theorie
het schrijven is onderdeel van hetonderzoeksproces
semiotiek
het bestuderen van symbolen en hungeassocieerde betekenis
de zoektocht naar de betekenis die bewust ofonbewust geassocieerd worden met symbolen
conversation analysis (CA)
een zeer nauwkeurige analyse van de detailsvan een gesprek, gebaseerd op een volledigtransscript inclusief pauzes, 'umhm's', etc.
Silverman (1999): drie fundamentele aannames
1. Een gesprek is een sociaal gestructureerdeactiviteit: gedragsregels
2. Een gesprek moet je begrijpen in de context
3. De structuur en de betekenis van eengesprek wordt begrepen door een zeeruitgebreide en accuraat transcript van hetgesprek
kwalitatieve dataverwerking
coderen
classificeren of categoriseren van losse stukjesdata gekoppeld aan een database
met als doel het ontdekken van patronen in dedata
voor statistische analyse is het van belang omeen gestandaardiseerde analyse eenheid teidentificeren voor je gaat coderen
voor kwalitatieve analyse is het het concept datde organiserende principe achter kwalitiatiefcoderen is
coderingen
1. open coding
het initiele classificeren en labelen vanconcepten in kwalitatieve data analyse
resultaat is de identificatie van meerdereconcepten relevant voor het onderzoeksthema
2. axial coding
het reanalyseren van de resultaten van hetopen coding proces in de GTM, gericht opidentificeren van beangrijke, generiekeconcepten
3. selective coding
in GMT is de basis van deze analyse deresultaten van open coding en axial coding omhet centrale concept te identificeren dat alleandere concepten omvat.
elke eenheid kan meer dan een code hebbenen er kan ook sprake zijn van eenhierarchische code
memo's
1. code notes
identificeren de code labels en hun betekenis
2. theoretische memo's
3. operationele memo's
methodologische onderwerpen
concept mapping
de grafische representatie van concepten enhun interrelaties, nuttig bij het formuleren vaneen theorie