1. zender

2. ontvanger

3. boodschap

4. ruis

5. feedback

massacommunicatie

interpersoonlijke communicatie

1. niet niet communiceren

2. spreken dubbel

3. ieder zijn waarheid

4. digitale/analoge taal

5. wie heeft voor het zeggen

verbale

non-verbale

subverbale

binnenkant

buitenkant

overkant

geloof

scholarisatie

opvoedingsmilieu

s.e. status

cultuur

leeftijd

gender

communicatieregels

(factor cultuur)

belangrijke vaardigheid

client-centered therapy

reactiegedragingen

bouwstenen

hinderpalen